Het fotoboek 'Ondersteboven' wordt op 1 mei gepresenteerd. Dit boek laat zien hoe kelders aan het begin van de 21ste eeuw worden gebruikt. Daarnaast bevat het boek veel bouwhistorische informatie en tekeningen over praktisch alle kelders in het oude Ravenstein. "Ondersteboven werpt licht op de ondergrondse geschiedenis van de stad en de vesting en is daardoor van belang tot ver buiten het Land van Ravenstein", aldus Theo Audenaerd.
In tien jaar tijd zijn met talloze tussenpozen meer dan 100 kelders fotografisch en bouwhistorisch in beeld gebracht. Dat zijn er meer dan verwacht, maar minder dan het centrum van Ravenstein telt. "Uiteraard waren we afhankelijk van de welwillendheid van de bewoners. Een vijftal kelders bleef voor ons gesloten en eenzelfde aantal bleek met bouwpuin dichtgestort. Benadrukt dient te worden dat het boek, ondanks de lange productietijd, slechts een momentopname is. Alleen al in de Marktstraat zijn tijdens ons project vijftien panden van eigenaar/bewoner veranderd. Weliswaar heeft dat zelden gevolgen voor de vorm, maar altijd wel voor de inhoud van de kelder", aldus Audenaerd die samen met Edward Aghina (belichting en beeldbewerking) verantwoordelijk is voor de fotografie.
Medewerking
De broers Ad en Henk van Drunen vormden het bouwkundige team. Zij maakten de teksten en de tekeningen. Maurits Cobben heeft hun tekeningen bewerkt tot de uiteindelijke afbeeldingen en kaarten in dit boek. Rob Bruggers is verantwoordelijk voor de grafische vormgeving. Speciale vermelding verdient Henk van Drunen, de ervaren bouwkundige met oog voor detail. In januari 2016 is Henk ziek geworden en op 20 maart 2016 kwam er een eind aan zijn leven. "Zijn overlijden greep ons dusdanig aan, dat het project bijna twee jaar stil lag. In zijn geest en mede met de hulp van zijn echtgenote Wilda, die het meetlint van hem overnam, besloten wij om dit ‘kelderproject’ door te zetten en tot een goed einde te brengen. Wilda nam uiteindelijk ook de eindredactie van de meeste kelderteksten voor haar rekening." Hannie Vonk voerde in eerste instantie de correcties uit. De tekst van de nabeschouwing is door oud-archivaris Henk Buijks en door Ravensteinkenners Martin Jan van Mourik en Joost Vlemmix van commentaar voorzien. Olga Rikken en Ignace Schretlen schiepen orde in het voorwoord en de inleiding. Het boek is uitgegeven door Stichting Vestingwerken Ravenstein.
Beschrijvingen
Het boek begint met de drie ondergrondse vestingwerken van Ravenstein. Daarna volgen de kelders per straat in alfabetische volgorde met eerst de oneven en daarna de even nummers. Elke kelder krijgt twee, soms vier en in een uitzonderlijk geval zes pagina's. Bij de beschrijvingen is het gebruik van vaktermen uit de historische en hedendaagse bouwkunde zoveel mogelijk vermeden. Vanwege het verschil in omvang van de kelders is het onmogelijk om alle driedimensionale tekeningen in dezelfde schaal af te beelden; een poppetje bij de kelderingang geeft enigszins de grootte van de betreffende kelder weer. De gewelven en plafonds zijn transparant getekend. Het oorspronkelijke plan om persoonlijke verhalen toe te voegen, hebben ze laten varen.